12 didactische bouwstenen voor dirigenten
Als dirigent ben je een onderwijzer en als onderwijzer moet je weten hoe je met een groep om moet gaan om bepaalde lesstof goed over te brengen. In dit artikel worden de 12 wetenschappelijk bewezen didactische bouwstenen uit “Wijze Lessen - Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek” behandeld en hoe je deze als dirigent kunt gebruiken.
De eerste vijf didactische bouwstenen van Surma
De eerste vijf bouwstenen gaan over de uitleg en verwerking van leerstof. Het geeft eigenlijk een duidelijk stappenplan over hoe je een repetitie op kunt bouwen. De eerste bouwsteen is cruciaal. Activeer relevante voorkennis. Wat men al weet bepaalt wat er geleerd kan worden. Is een stuk al eerder behandeld? Zorg dat iedereen eerder genoemde leerstof weer scherp heeft zodat je daarop verder kunt bouwen. Stel de muzikanten ook verantwoordelijk voor dat ze materiaal thuis bekijken wat is behandeld. Zien de muzikanten het stuk voor het eerst? Zorg dat bepaalde informatie die vanzelfsprekend is, direct wordt meegenomen (denk aan dynamische tekens, articulatietekens of herhalingen.
De tweede bouwsteen gaat over het geven van instructie. Vorm een duidelijk doel wat uitdagend, maar haalbaar is en spreek dit doel uit naar de muzikanten. Stel de vraag: wat moeten de muzikanten aan het einde van de repetitie kunnen en kennen? Er dient een constante actieve lesstand te zijn. Zorg dat iedereen altijd participeert door mee te spelen of mee te discussiëren. Steve Weist benadrukt dit: "Don't rehearse one section of the ensemble while the rest of the band does nothing! There are many creative ways to involve everyone while you are sorting out problems with a specific group in the band."
Om een lesdoel te behalen zijn voorbeelden van cruciaal belang, de derde bouwsteen. Het is ontzettend effectief om te werken met luistervoorbeelden. Zoek duidelijke voorbeelden, het liefst voorbeelden van professionele bands. Zijn die er niet? Zing dan zo goed mogelijk voor. De vierde bouwsteen gaat over het combineren van woord en beeld. Verwijs duidelijk naar de bladmuziek of schrijf duidelijke voorbeelden op een bord.
Bouwsteen vijf gaat over het actief verwerken van leerstof. Laat muzikanten op verschillende manieren lesstof verwerken, dit zorgt ervoor dat lesstof langer en beter onthouden blijft. Zing met ze (lees hier meer over in het artikel “Opvatting en Articulatie”, verzin ezelsbruggetjes en of laat leerlingen zelf bepaalde muzikale gedachtes uitspreken over passages zodat ze verbonden zijn met de materie.
Het uitleggen en behandelen van leerstof begint bij het vaststellen van de beginsituatie en voorkennis te activeren. Geef daarna een duidelijk instructie met ambitieuze maar haalbare doelen en gebruik bij deze instructie duidelijke voorbeelden. Laat vervolgens de leerstof actief verwerken op verschillende manier zodat leerlingen op lange termijn de stof beter onthouden.
De zesde en zevende bouwsteen van Surma
De zesde en zevende bouwsteen gaan over wat er na de instructie gebeurd. Bouwsteen zes vertelt dat achterhaald moet worden of de hele groep het begrepen heeft. Bij een repetitie gebeurt dit snel, aangezien je vaak direct antwoord krijgt als de muzikanten spelen. Twijfel je hierover? Stel nooit de vraag “begrijp je dit?” of “snapt iedereen het?” maar stel gerichte vragen over de lesstof waar een inhoudelijk antwoord op gegeven moet worden. De zevende bouwsteen gaat over het ondersteunen. Dit gebeurt in drie fases: presenterend (de dirigent doet voor), begeleidend (dirigent en muzikant(en) doen samen) en zelfstandig (muzikant doet zelfstandig). Hoe bekwamer de leerling wordt, hoe minder de ondersteuning vanuit de dirigent. Als de dirigent actief hulp en begeleiding aanbiedt, zal de muzikant gemotiveerder raken. Gordon Goodwin zegt dat slecht muzikantschap niet aan de vaardigheden van de muzikant ligt, maar aan de inzet en focus van de muzikanten: ".. Musicians at every level will sometimes use the difficulty level of a piece of music as an excuse for their lack of commitment to the work. (…) I want the band I am standing in front of to meet each musical challenge with confidence and proactivitiy. Yes, sometimes we fail, but I would never blame a musician for making a mistake if they are putting in maximum effort. But making a mistake from inattention or lack of focus or preparation? That is a problem."
De achtste tot en met de elfde bouwsteen van Surma
Bouwsteen acht tot en met elf gaan over het proces wat langer is dan een repetitie. Als dirigent is het belangrijk om niet van repetitie naar repetitie te leven, maar een duidelijke stip op de horizon te plaatsen en daar naartoe te werken. Deze bouwstenen kunnen helpen om dit proces op langere termijn te bevorderen.
Bouwsteen acht geeft aan dat het belangrijk is om de leerstof te herhalen verspreid over de tijd. Onderzoek toont aan dat dit ongeveer elke 20% is van moment van eerste behandeling tot aan toetsmoment. Voor dirigenten kunnen de toetsmomenten gezien worden als de uitvoering. Elke week dezelfde stukken op de lessenaar kan ervoor zorgen dat ander materiaal achterloopt of dat repetities saai worden.
Om dit laatste tegen te gaan, geeft bouwsteen negen aan dat het belangrijk is om af te wisselen in oefentypes. Hoewel dit lastig lijkt in een repetitie, zijn er talloze creatieve manieren om hiermee om te gaan. Verander de dynamiek van de groep door sectierepetities in te lassen of een andere opstelling te gebruiken. Een andere manier is om aandacht te besteden aan prima vista spel, eens stuk wat nog nooit behandeld is in een keer zo goed mogelijk te spelen. Een workshop over een bepaald genre of improvisatie kan ook wonderen verrichten. Hoe gaaf is het om met de hele band latin te leren kennen door percussie te spelen?
De tiende bouwsteen gaat over het ophalen van informatie uit de muzikanten. In plaats van alleen maar informatie te geven aan de muzikanten, is het belangrijk dat ze zelf ook informatie ophalen van wat eerder is besproken. Dit versterkt hun geheugen in vergelijking met passievere technieken, zoals herlezen. Het is net dié handeling - het proberen herinneren - die het geheugen en dus het leren merkbaar verbetert. Een klein rondje aan het einde van de repetitie met "wat heb je geleerd, wat is je bijgebleven, wat heb je anders gedaan dan anders" kan goed helpen om vlak voordat iedereen de deur uitgaat de kennis naar boven te halen van die repetitie.
Er zijn talloze onderzoeken gedaan naar hoe iemand feedback kan geven, de elfde bouwsteen. Effectieve feedback bestaat uit 3 vragen: Waar wil ik naartoe? Waar ben ik nu? Wat is mijn volgende stap? Als de feedback de orkestleden niet aan het denken zet en in actie brengt, is feedback ineffectief. Als het gaat om het geven van feedback bij het nog niet behaald hebben van het leerdoel, kan feedback bij de leerling leiden tot een van de volgende drie zaken: een afname in de wil iets te bereiken, besluiten dat het doel niet te behalen is of het negeren van de feedback. Het doel moet dan zijn om de moeite die de leerling wil nemen toe te laten nemen. Dit wordt ook wel increase effort genoemd. Als het gaat om het geven van feedback bij het wél behalen van het leerdoel, kunnen de volgende drie zaken gebeuren: minder moeite doen, besluiten dat het doel dat behaald moest worden te gemakkelijk is, of het negeren van feedback. Het doel moet dan zijn om een nieuw of ambitieuzer doel te stellen. Dit wordt increase aspiration genoemd. Feedback moet altijd als doel hebben dat de muzikant of muzikanten zich beter inzetten en nieuwe dingen willen leren.
De twaalfe bousteen van Surma
De laatste bouwsteen gaat over het gedeelte wat je als dirigent niet in de hand hebt, wat doen de muzikanten zelf om leerstof te verwerken? Leer je orkestleden hoe ze hun eigen leren kunnen plannen, monitoren, evalueren en bijsturen en welke leerstrategieën ze het beste kunnen gebruiken wanneer ze zelfstandig aan het studeren zijn. Een gezamenlijk gesprek hebben over hoe iedereen thuis studeert is al een begin. Hiermee inspireer je elkaar en zet je iedereen ook bewust aan het denken over "Wat doe ik dan eigenlijk precies en hoe vaak?" Welke problemen ervaart iedereen tijdens de thuis studie? Welke oplossingen heeft een ander? Steve Weist zegt over thuisstuderen: “Don't practice the parts until you get it right, PRACTICE UNTIL YOU CAN'T PLAY WRONG. Practice until it sounds like you wrote the piece.”
Deze twaalf bouwstenen dragen bij aan een beter repetitieproces en uiteindelijk aan een betere kwaliteit van het optreden. Zijn er dan ook onderdelen die je kunt toepassen op het optreden? Dat kan, maar zoals Jose Diaz zegt: "I don't like putting pressure on the performance; I put the pressure on the rehearsal, not the 'party'".
Lees hier gratis het complete boek “Wijze Lessen - Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek”.