Rolverdeling in een Bigband
In een bigband spelen meer dan 15 muzikanten samen. Iedere muzikant heeft een unieke rol en is daarom net zo belangrijk als de andere muzikant. De individuele verantwoordelijkheid bij een bigband ligt veel hoger dan bij een klassiek orkest. Iedereen in de bigband heeft een eigen partij, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een strijkorkest, waar een partij vaak gespeeld wordt door 3 of meer mensen. Die individuele verantwoordelijkheid is belangrijk om muzikanten op te wijzen. Daarnaast heeft ook elke muzikant een bepaalde rol in de band. Deze rolverdeling kan verschillen per band. De rolverdeling kenbaar maken aan de muzikanten en hen daarvoor verantwoordelijk te houden, zorgt voor een betrokken groep muzikanten. Als dirigent creëert het ruimte om bepaalde taken te delegeren en zorgt het voor een gezonde community. Hieronder staat deze rolverdeling toegelicht.
De ritmesectie is de motor van het orkest, met als belangrijkste schakel de drums. De ritmesectie krijgt veelal akkoordenschema’s die naar eigen vrijheid ingevuld kunnen worden, zolang dit een begeleidende functie heeft naar de rest van het orkest. Deze vrije manier van begeleiden wordt ook wel “comping” genoemd. Belangrijk is dat aandacht wordt besteed aan hoe deze verschillende muzikanten in die vrijheid, wel een functionele en transparante manier van comping vinden. Speelt alleen de piano de begeleiding, of doet de gitaar ook mee? Zitten de linkerhand van de piano en de bas elkaar niet in de weg? Vullen de voicings van de piano en gitaar elkaar goed aan of zorgt het alleen maar voor extra ruis? De belangrijkste rol van de ritmesectie is om een goed tempo neer te zetten en deze vast te houden. Naast het tempo, bepalen zij ook de feel en timing van het stuk. Deze worden direct overgenomen door de rest van de band. De muzikanten uit de ritmesectie hebben een verantwoordelijkheid en vrijheid om de rest van het orkest te begeleiden op een functionele en comfortabele manier. Hoe beter de ritmesectie functioneert, hoe beter de rest van het orkest speelt. Als dirigent kun je de ritmesectie op deze verantwoordelijkheden aanspreken en ondersteunen.
Elke sectie in het orkest heeft een aanvoerder. Bij de blazers speelt die de eerste stem (eerste altsaxofoon is het geval van de saxofoonsectie). Deze aanvoerders hebben de taak om binnen hun sectie de muzikale opvatting te bepalen en ervoor te zorgen dat iedereen binnen de sectie zich hieraan houdt. Alle overige sectieleden dienen de opvatting van de aanvoerder van de sectie over te nemen. Een belangrijke opmerking hierbij is dat alle drie de secties hetzelfde ritme spelen, de leadtrompettist de verantwoordelijkheid heeft om de muzikale opvatting te bepalen voor alle secties. De leadsaxofonist en -trombonist geven dit dan weer door aan hun eigen sectie.
De eerste trompettist bepaalt de opvatting voor de trompetsectie en, wanneer alle blazers hetzelfde ritme spelen, de rest van de blazerssectie. Daarnaast is deze ook specialist in de hoge noten. De leadtrompettist is, net als de overige aanvoerders, het eerste aanspreekpunt van de dirigent over muzikale en nietmuzikale zaken (bijvoorbeeld de partijverdeling, plannen van sectierepetitie’s, etc.). De tweede en vierde trompettist zijn de solisten in de sectie. Zij verzorgen improvisatie met beide hun eigen specialiteit. Meer over solisten volgt later in dit artikel. De vierde trompettist is specialist in de lage noten en is samen met de derde trompettist ervoor verantwoordelijk dat de trompetklank warm en vol blijft. Omdat de vierde trompettist het minder zwaar heeft dan bijvoorbeeld de eerste en de tweede trompettist, heeft die genoeg kracht over om veel energie te steken in het neerzetten van een te gekke solo. De tweede trompettist kan ook de rol van split-lead innemen en af en toe de leadpartijen overnemen, zodat de eerste trompettist iets meer ruimte heeft. De trompetten worden aangemoedigd om ook bugel te kunnen spelen.
De trombonesectie wordt geleid door de eerste trombone, die net als de eerste trompet de opvatting bepaalt en specialist is in de hoge noten. De vierde trombonist/bastrombonist is specialist in de lage noten en heeft een dubbelfunctie. Soms speelt die met de trombonesectie mee, andere keren kan die lijnen dubbelen met de baritonsaxofoon, (bas)gitaar of de linkerhand van de piano. Het wordt aangemoedigd dat de bastrombonist ook bastuba kan spelen. De derde trombone zorgt, samen met de vierde stem, voor een warme klank in de onderkant van de band. In deze twee stemmen zit vaak de belangrijkste harmonische informatie waar de rest van de band op kan bouwen. De solo’s worden in de trombonesectie vaak in de tweede partij geschreven, maar dit kan per band verschillen.
De saxofoonsectie wordt geleid door de eerste saxofoon. De baritonsaxofoon is een specialist in de lage noten en heeft meerdere functies. Die kan deel uitmaken van de saxofoonsectie, kan lijnen dubbelen met de bastrombone, (bas)gitaar en linker hand van de piano, maar wordt ook vaak gebruikt om de melodie met de trompetten mee te spelen. Alle saxofonisten kunnen gevraagd worden om te soleren. In de saxofoonsectie is het gebruikelijk om ook andere houtinstrumenten te spelen als sopraansaxofoon, klarinet, (alt)fluit of (contra)basklarinet.
Wat is een optimale partijverdeling? Waar zet ik mijn beste mensen? Als dirigent is het belangrijk om je beste blazers op cruciale plekken neer te zetten die ervoor zorgen dat de gehele band beter gaat klinken. In elke sectie is het logisch om op de aanvoerdersplek je beste speler te zetten. Bij de trompetten is het belangrijk om een sterke vierde trompettist te hebben zitten. Dit omdat de tweede en derde stem beide ingesloten worden door twee goede spelers en het beste ondersteund worden. In de trombonesectie is een goede derde stem cruciaal. Deze zorgt namelijk voor de belangrijkste harmonische informatie in de onderkant van het orkest en zorgt dat niet alleen de rest van de sectie, maar ook de rest van de band beter kan spelen. Bij de saxofoonsectie is het belangrijk dat er een goede eerste tenorsaxofonist speelt. Deze heeft een vergelijkbare rol als de derde trombonist, maar dan in de saxsectie.
Wie kies ik als solist? Dit hangt erg af van het niveau en doel van de bigband. Is het een jeugd- of schoolband waarbij iedereen kennismaakt met bigband? Laat iedereen zo veel mogelijk soleren, ook al kan niet iedereen dit. Een succeservaring of mooie herinnering is belangrijker dan het hoogst haalbare resultaat. Hoe kan ik iedereen motiveren om te soleren? Gordon Goodwin spreekt over een fantastische oefening waarbij je geen kennis nodig hebt over akkoordenschema’s en toonladders.
"To begin, I give the student musicians a topic and ask them to stand up and talk about the topic, true or false, in complete sentences for one minute. What they say doesn't have to be "true", as the focus is on the act of creating and expressing ideas.” Belangrijk waar Goodwin op focust is het hebben van een logische lijn in het verhaal. Een begin, midden met climax en een duidelijk slot. Al deze onderdelen maken, net als een muziekstuk in het algemeen, de improvisatie aangenaam om naar te luisteren. “This kind of improvisation unlocks creativity and gets us prepared to improvise on our instruments; much of the challenge in improvisation is getting the brain flexible enough to adapt and react in real time as the music is emerging. After the student is comfortable creating a narrative through speech, they can more easily translate that to their instrument.” Uiteindelijk is het aan de studenten om hun muzikale verhaal te vertellen binnen de muzikale context die gegeven wordt door het stuk (toonsoort, stijl, maatsoort, akkoordenschema, etc.).
Sta je als dirigent voor een serieuzere bigband met ambities? Laat tijdens de repetities meerdere solisten proberen en bekijk welke solist het beste bij de stijl en het karakter van het stuk past. Muzikale context is altijd belangrijker dan de virtuositeit van een solist. Ontdek welke solisten modern soleren, welke muzikant traditioneel of bebop kan, welke muzikant misschien zelfs wil experimenteren met effectpedalen. Wat past het beste bij welk muziekstuk?
Iedere muzikant heeft een individuele verantwoordelijkheid voor diens partij en aanvoerders zorgen voor een duidelijke opvatting en dragen deze over aan de rest van de sectie. De ritmesectie is de motor van de band en zorgt voor een transparante begeleiding. Sterke spelers dienen op de juiste plek ingezet te worden zodat niet alleen de sectie, maar ook de rest van de band beter gaat klinken. De rolverdeling binnen een band zorgt niet alleen voor een muzikale verbetering, maar ook voor een gezonde community waarin iedereen blijft genieten van het maken van muziek.